Ik heb net mijn oude bril in de prullenbak gegooid. Dat voelde nogal drastisch, terwijl hij onherstelbaar stuk was en het dus niet echt een risico te noemen was. Misschien ontstond het dramatische gevoel doordat ik nog nooit eerder een bril in een prullenbak heb gegooid. Maar ik draag ook niet meer dezelfde bril als toen ik vier was. En voor zover ik weet ligt er ook niet ergens een stapeltje brillen. Dan moeten ze dus verspreid liggen, maar in dat geval zou je denken dat ik regelmatig op een oude bril stuit, en dat is ook niet zo. Ik heb verder geen oplossing voor deze kwestie.
Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.
Humberto Tan
Dat het niet lukt om me aan Humberto Tan te ergeren, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik vind hem wel niksig maar het stoort me niet echt. Ik wil me ook altijd graag ergeren aan van die hele sterke vrouwen, die hun baan hebben opgezegd om voor hun zwaar gehandicapte kind te zorgen en daar toch heel vrolijk onder zijn. Maar ik kan dat alleen maar inspirerend vinden. Het enige waar ik zo’n vrouw laatst op kon pakken was dat ze haar zoon ‘Obe’ had genoemd. Toen dacht ik: als je je kind zo noemt vraag je er bijna om dat er iets flink aan gaat mankeren. Maar dat vond ik vervolgens te makkelijk, dus toen ergerde ik me toch weer aan mezelf.
Oud
Als je aan een andere vrouw vertelt dat je vriend 1 keer per week kookt en zij reageert met ‘wat heerlijk voor je!’, dan weet je dat je met een oud iemand praat.
Sjeu
Er was eens iemand in het publiek die na mijn optreden vroeg wat voor werk mijn vriend doet. Toen ik vertelde over zijn ‘gewone’ baan, zei zij: ‘Ah, dus jij geeft nog een beetje sjeu aan zijn leven!’
Ze moest eens weten. Hoe gespannen ik kan zijn van tevoren, en hoe ik dan nergens anders echt aandacht voor heb. En hoe ik vaak baal na een optreden en me dan thuis niet groot hou, terwijl ik dat tijdens het kletsen met het publiek wel goed kan.
Hij snakt inmiddels naar een dagje zonder sjeu.
Een euro voor Niek
Het gezin dat regelmatig op onze hond past wil daar geen geld voor, alleen een euro voor in de spaarpot van Niek, hun zoon. Dat geef ik nu steeds, maar ik ben bang dat ik het een keer vergeet. Ik moest namelijk ineens weer denken aan mijn opa, die vroeger als hij wegging altijd een hand gaf waar dan een munt van 5 in verstopt zat. Ik weet nog dat hij het een keer vergat, en dat ik dat heel jammer vond. Vervolgens was ik boos op mezelf: je mag natuurlijk nooit cadeaus verwachten. Ik moest van mezelf blij zijn met mijn opa’s hand, met of zonder munt.
Daarom zorg ik er nu bij Niek voor dat ik het nooit vergeet. Hij rekent er waarschijnlijk op. Ik vind het geen ramp als hij uiteindelijk een euro minder in zijn spaarpot heeft, maar ik wil niet dat hij zich een slecht iemand gaat voelen omdat hij daar van zichzelf niet van mag balen.
Oude bril
Ik heb net mijn oude bril in de prullenbak gegooid. Dat voelde nogal drastisch, terwijl hij onherstelbaar stuk was en het dus niet echt een risico te noemen was. Misschien ontstond het dramatische gevoel doordat ik nog nooit eerder een bril in een prullenbak heb gegooid. Maar ik draag ook niet meer dezelfde bril als toen ik vier was. En voor zover ik weet ligt er ook niet ergens een stapeltje brillen. Dan moeten ze dus verspreid liggen, maar in dat geval zou je denken dat ik regelmatig op een oude bril stuit, en dat is ook niet zo. Ik heb verder geen oplossing voor deze kwestie.
Humberto Tan
Dat het niet lukt om me aan Humberto Tan te ergeren, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik vind hem wel niksig maar het stoort me niet echt. Ik wil me ook altijd graag ergeren aan van die hele sterke vrouwen, die hun baan hebben opgezegd om voor hun zwaar gehandicapte kind te zorgen en daar toch heel vrolijk onder zijn. Maar ik kan dat alleen maar inspirerend vinden. Het enige waar ik zo’n vrouw laatst op kon pakken was dat ze haar zoon ‘Obe’ had genoemd. Toen dacht ik: als je je kind zo noemt vraag je er bijna om dat er iets flink aan gaat mankeren. Maar dat vond ik vervolgens te makkelijk, dus toen ergerde ik me toch weer aan mezelf.
Oud
Als je aan een andere vrouw vertelt dat je vriend 1 keer per week kookt en zij reageert met ‘wat heerlijk voor je!’, dan weet je dat je met een oud iemand praat.
Sjeu
Er was eens iemand in het publiek die na mijn optreden vroeg wat voor werk mijn vriend doet. Toen ik vertelde over zijn ‘gewone’ baan, zei zij: ‘Ah, dus jij geeft nog een beetje sjeu aan zijn leven!’ Ze moest eens weten. Hoe gespannen ik kan zijn van tevoren, en hoe ik dan nergens anders echt aandacht voor heb. En hoe ik vaak baal na een optreden en me dan thuis niet groot hou, terwijl ik dat tijdens het kletsen met het publiek wel goed kan. Hij snakt inmiddels naar een dagje zonder sjeu.
Een euro voor Niek
Het gezin dat regelmatig op onze hond past wil daar geen geld voor, alleen een euro voor in de spaarpot van Niek, hun zoon. Dat geef ik nu steeds, maar ik ben bang dat ik het een keer vergeet. Ik moest namelijk ineens weer denken aan mijn opa, die vroeger als hij wegging altijd een hand gaf waar dan een munt van 5 in verstopt zat. Ik weet nog dat hij het een keer vergat, en dat ik dat heel jammer vond. Vervolgens was ik boos op mezelf: je mag natuurlijk nooit cadeaus verwachten. Ik moest van mezelf blij zijn met mijn opa’s hand, met of zonder munt. Daarom zorg ik er nu bij Niek voor dat ik het nooit vergeet. Hij rekent er waarschijnlijk op. Ik vind het geen ramp als hij uiteindelijk een euro minder in zijn spaarpot heeft, maar ik wil niet dat hij zich een slecht iemand gaat voelen omdat hij daar van zichzelf niet van mag balen.